« Forum

Advies Raad van State over wetsvoorstel grondgebonden groei melkveehouderij

Een goed advies is goud waard: er is dus sprake van regulering van het gebruik van eigendom.

Quote:

Raad van State: Een inmenging in het eigendomsrecht moet op grond van Europeesrechtelijke verdragen niet alleen deugdelijk worden bekendgemaakt, maar daarnaast ook inhoudelijk voldoende precies en nauwkeurig zijn in de omschrijving van wie, wanneer tot wat bevoegd is:

De Raad van State heeft aan staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken advies uitgebracht over het wetsvoorstel grondgebonden groei melkveehouderij. Daarin wordt door de Raad van State gewezen op het feit dat wanneer melkveehouders minder mogelijkheden krijgen om de uitbreiding van de fosfaatproductie in zijn geheel buiten het bedrijf te verwerken er sprake van regulering van het gebruik van eigendom. Dat vraagt om een deugdelijke omschrijving in de wet. Verder wordt geadviseerd om bij de toelichting van het wetsvoorstel uitgebreider in te gaan waarom er in de knelgevallenvoorziening voor de grensdatum van 7 november 2014 is gekozen.

Het wetsvoorstel verplicht melkveehouderijen om over voldoende grond te beschikken als zij hun productie uitbreiden. Daarmee kan in elk geval een deel van het extra fosfaat dat wordt geproduceerd op eigen grond worden geplaatst. Doel van het wetsvoorstel is het grondgebonden karakter van de melkveehouderij te behouden en te versterken. Grondgebondenheid kan een belangrijke bijdrage leveren aan een duurzame toekomst van de melkveehouderij.

Het wetsvoorstel heeft betrekking op de groei vanaf het kalenderjaar 2014. Daarmee vallen ook uitbreidingen die in 2015 plaatsvinden straks onder de nieuwe regels. Het kan zijn dat melkveehouders inmiddels overeenkomsten zijn aangegaan om de extra fosfaat volledig buiten het bedrijf te laten verwerken. Het wetsvoorstel bevat voor die gevallen een knelgevallenvoorziening. Deze melkveehouders mogen het fosfaatoverschot voor de duur van de daartoe afgesloten overeenkomst buiten het bedrijf laten verwerken.

Het wetsvoorstel is inhoudelijk gelijk aan een eerder aan de Raad van State voorgelegd ontwerpbesluit, dat is ingediend om te verzekeren dat de nieuwe regels op 1 januari 2016 in werking treden. De staatssecretaris heeft naar aanleiding van een motie van de Eerste Kamer toegezegd om deze regels op te nemen in de Meststoffenwet in plaats van in het ontwerpbesluit. Dat wordt in het wetsvoorstel geregeld.

De Raad van State wijst er in haar advies op dat de melkveehouders minder mogelijkheden krijgen om de uitbreiding van de fosfaatproductie in zijn geheel buiten het bedrijf te verwerken. Hiermee is sprake van regulering van het gebruik van eigendom. Een inmenging in het eigendomsrecht moet op grond van Europeesrechtelijke verdragen niet alleen deugdelijk worden bekendgemaakt, maar daarnaast ook inhoudelijk voldoende precies en nauwkeurig zijn in de omschrijving van wie, wanneer tot wat bevoegd is.

De knelgevallenvoorziening houdt in dat alleen melkveehouders die kunnen aantonen dat zij vóór 7 november 2014 financiële verplichtingen zijn aangegaan voor het laten verwerken van hun gehele fosfaatoverschot, deze contracten gewoon mogen uitdienen. De Raad van State merkt op dat destijds alleen nog maar bekend was dat het geheel verwerken van het fosfaatoverschot zou kunnen worden beperkt, door bedrijven te verplichten een deel van de extra fosfaatproductie te compenseren met grond. Pas op het moment dat de nieuwe regels op 30 maart 2015 werden aangekondigd in verband met de voorhang van het ontwerpbesluit in de Tweede en Eerste Kamer, is duidelijk geworden hoe de beperking eruit gaat zien. Gelet daarop moet in de toelichting bij het wetsvoorstel uitgebreider worden ingegaan op de rechtvaardiging voor het feit dat de regels ook zien op het kalenderjaar 2015. Daarbij moet aandacht worden besteed aan grensdatum van 7 november 2014 die voor de knelgevallenvoorziening is gekozen.

De gehele tekst van het wetsvoorstel grondgebonden groei melkveehouderij is te vinden op de website van de Raad van State. Daar is ook het volledige advies inclusief de reactie van de staatssecretaris te vinden.

bron: Raad van State