Provincies krijgen uitstel om handhavend op te treden tegen PAS-melders

Vandaag heeft de Raad van State uitspraak gedaan in drie individuele rechtszaken over handhaving door provincies bij PAS-melders. In de rechtszaken werden de provincies Utrecht en Overijssel verplicht om handhavend op te treden tegen de activiteiten van de bedrijven, omdat zij hiervoor geen geldige natuurvergunning bezitten. De situatie van PAS-melders, die buiten hun schuld om zonder geldige vergunning zitten, werd tot nu toe gedoogd. Provincies hebben nu tot medio 2025 ruimte gekregen om af te zien van handhaving tegen activiteiten van PAS-melders, als ze dat voldoende kunnen motiveren. In deze drie casussen moeten provincies binnen 16 weken een nieuw besluit nemen. LTO blijft aandringen bij het Rijk en de provincies om de uitvoering van het legalisatieprogramma voor PAS-melders met grote spoed op te pakken. “Provincies kunnen weliswaar afzien van handhaving tot medio 2025, maar helaas is daarmee de onzekerheid voor deze bedrijven, en de rest van de PAS-melders, nog steeds niet weggenomen. De overheid moet zich daarom op alle mogelijke manieren inspannen om deze bedrijven zo snel mogelijk zicht op legalisatie te geven. Daar is de overheid bovendien wettelijk toe verplicht.”, zegt Bert Zandman, portefeuillehouder Platteland en Omgeving bij LTO Nederland. “Recente jurisprudentie en het voorstel van LTO om de KDW uit de wet te halen, bieden handvatten om hiermee aan de slag te gaan. LTO gaat er vanuit dat de overheid het uitvoeren van het legalisatieprogramma met grote spoed en zorgvuldigheid oppakt.”, vervolgt Zandman. Achtergrond Al sinds de stikstofuitspraak door de Raad van State in 2019 zitten PAS-melders, bedrijven die onder het Programma Aanpak Stikstof (PAS) met een melding vrijgesteld waren van de vergunningsplicht, zonder geldige vergunning. De Rijksoverheid en de provincies hebben zich via de Wet natuurbescherming gecommitteerd om via een ‘legalisatieprogramma’ zorg te dragen voor het legaliseren van de meldingen. Dat moet gebeuren vóór 1 maart 2025. Tot nu toe is het legalisatieprogramma geen succes en zijn slechts enkele bedrijven gelegaliseerd. LTO blijft benadrukken dat het legaliseren van PAS-melders met de hoogste prioriteit moet worden geregeld, en verzet zich tegen het indienen van handhavingsverzoeken tegen PAS-melders. Dat activistische organisaties beleid aan de kaak willen stellen over de rug van boerengezinnen, die buiten hun schuld om in deze situatie zitten, is zeer kwalijk.

Provincies willen stikstofdrempel: 'Onhaalbaar', zegt minister Van der Wal

De twaalf provincies kwamen dinsdag samen in een stikstofoverleg. In een van de sheets die die avond werd besproken staat dat de provincies het voortouw willen nemen voor een stikstofdrempel. Stoot je minder uit dan de drempel, dan hoef je geen extra vergunningen te regelen. "Wij zijn heel blij dat ons voorstel door de provincies wordt overgenomen", zegt Rik Loeters. Hij is de fractievoorzitter van de BBB in Gelderland. "We willen dit heel graag, maar we weten dat het niet eenvoudig is." Een stikstofdrempel zou bijvoorbeeld bouwbedrijven enorm helpen, maar ook de zogenoemde PAS-melders. Dat zijn boeren die na de stikstofuitspraak in 2019 ineens zonder vergunning zitten. 'Eerst minder stikstof uitstoten' Minister Van der Wal reageerde woensdagochtend bij Radio Gelderland op het plan van de provincies. "Ik deel de wens, maar het kan nu niet. Het kan pas als we héél veel minder stikstof gaan uitstoten. Maar wel in die volgorde." Eerst flink minder stikstof uitstoten, pas dan de zogenoemde drempelwaarde. "Het is op dit moment niet haalbaar", zegt Van der Wal. "Daar heeft de Raad van State ook al over geoordeeld." Volgens BBB'er Loeters betekent dat niet dat het plan van de provincies meteen weer van tafel kan. "Nee, want we werken nu al aan minder stikstof uitstoten."

Einde Vertrekregeling leden-melkveehouders van FrieslandCampina

Was achteraf voor veel melkveehouders een mooie gouden handdruk: De Vertrekregeling die door de Europese Commissie als voorwaarde is gesteld voor de fusie is per 9 november 2023 beëindigd. De Vertrekregeling was bedoeld als stimulans voor leden-melkveehouders van FrieslandCampina om over te stappen naar een andere koper van boerderijmelk in Nederland. De beschikbare hoeveelheid melk voor de vertrekregeling bedroeg 1,2 miljard kg en is thans geheel verbruikt. Einde Regeling Beschikbaarstelling Melk De Regeling Beschikbaarstelling Melk betreft de andere voorwaarde die aan de fusie was verbonden. De regeling voorzag in de levering door FrieslandCampina van boerderijmelk aan de twee in het kader van de fusie verkochte bedrijven (Nijkerk en Bleskensgraaf) en aan derden die melk verwerken tot consumptiemelk(producten) of Nederlandse natuurkaas. Voor deze regeling was sinds 1 maart 2019 alleen nog melk beschikbaar voor levering aan de twee verkochte bedrijven. Als gevolg van het bereiken van de 1,2 kg miljard melk is ook de Regeling Beschikbaarstelling Melk per 9 november 2023 tot een einde gekomen. Einde fusiemaatregelen Met het einde van de Vertrekregeling en de Regeling Beschikbaarstelling Melk zijn de fusievoorwaarden van de Europese Commissie uit 2008 aangaande de fusie tussen Friesland Foods en Campina beëindigd. Voor de Vertrekregeling geldt alleen dat de verplichting tot terugbetaling van (een deel van) de vertrekpremie blijft bestaan indien gedurende drie jaar na vertrek niet aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.

Stikstof depositiebeleid verlaten voor emissiebeleid: quick win of quick big loss?

[b]Persbericht Stikstofclaim.[/b] Het afgelopen jaar hoor je steeds vaker de roep om te stoppen met het huidige stikstofdepositiebeleid en over te stappen op stikstofemissie beleid. Met dit opstel geeft het bestuur van de Stichting Stikstof Claim weer wat daarvan de gevolgen (kunnen) zijn. De huidige, op depositiebeleid ingerichte wetgeving, kent veel onvolkomenheden en politiek, belangenbehartigers en wethandhavers lopen op allerlei punten vast in de uitvoerbaarheid van de regelgeving. De onzekere positie van PAS-melders en interimmers, maar ook de gevolgen voor andere maatschappelijke activiteiten als een simpel evenement in de buitenlucht op het platteland, worden “plots” door overijverige ambtenaren en bange bestuurders (wethouders/gedeputeerden) tegen gehouden. De roep om een alternatief is dan ook te verwachten want de huidige minister van Natuur en Stikstof is niet in staat om een perspectief te schetsen dat er op afzienbare tijd acceptabele oplossingen komen voor de huidige knelpunten. Sterker nog, er komen steeds meer aanvullende beperkingen die oplossingen verder vertragen of zelfs onmogelijk lijken te maken. En ja, ze lacht er ook nog bij. Maar is de roep om stikstofemissie beleid dan “The Silver Bullit” waardoor we alle ellende achter ons kunnen laten? Volgens Stichting Stikstof Claim is dat zeer zeker niet het geval. Sterker nog, de zogenaamde oplossing is erger dan de kwaal. [b]We zetten de argumenten op een rij: Huidige vergunninghouders[/b] De bedrijven die momenteel over een NB vergunning beschikken hebben bij het huidige beleid een nagenoeg niet aan te tasten rechtszekerheid. Helemaal sinds het onderzoek van de UvA waarbij de emissie van een bedrijf tot op vrij geringe afstand tot het bedrijf van ongeveer 300 meter tot max. 500 meter is te herleiden tot dat bedrijf. Hierdoor is de mogelijkheid voor de Staat of een lagere overheid om een bedrijf te onteigenen, met als reden de stikstofdepositie op natuur, wetenschappelijk/juridisch nagenoeg onmogelijk geworden. Immers er is maar een beperkt aantal bedrijven dat binnen 500 meter van een stikstofgevoelig hexagoon liggen. [b]PAS-melders[/b] PAS-melders zitten momenteel in onzekerheid omdat hun PAS-melding rechteloos is geworden op 29 mei 2019. Echter, in de huidige WSN staat (dankzij Roelof Bisschop/Hans Maljaars SGP) dat de overheid wettelijk verplicht is de PAS-melders 3 jaar na intreding van de WSN te legaliseren. Van die 3 jaar zijn inmiddels 21 maanden verstreken. Over 15 maanden zijn de PAS-melders óf gelegaliseerd óf ze kunnen met succes een beroep doen op handhaving van de wet en de overheid via de rechter dwingen te legaliseren. Echter, eerder al zijn hiervoor oplossingen binnen de huidige wet. [b]Interimmers[/b] Deze lijken nu buiten de boot te vallen maar ook hiervoor zijn oplossingen binnen de huidige wet. De oplossingen worden beschreven aan het einde van dit betoog/opstel. Waarom is emissiebeleid zo een groot risico?. Bij de overstap naar emissiebeleid komt er een nieuw referentiepunt. Los van de vraag of je de huidige vergunningen juridisch kunt intrekken en inruilen voor een emissie referentie komt meteen de vraag: “wat is het referentiepunt?” Is dat de huidige vergunning met latente ruimte of de huidige vergunning zonder latente ruimte?. Zijn het de gerealiseerde dierplaatsen die de referentie vormgeven of is het gemiddelde aantal gehouden dieren geregistreerd bij RVO de laatste 3 jaar de referentie? De politiek kan er voor kiezen om bij de overstap naar emissiebeleid een generieke korting te doen over alle bedrijven bij ingang van het nieuwe beleid. Onze inschatting is dat de politiek die kans niet laat lopen. Een dergelijke korting kan 10% tot 12% bedragen. Momenteel is na de invoering van varkensrechten en fosfaatwetgeving geen ander instrument waarmee de politiek tot een generieke korting kan komen. Uitzondering daarop is een convenant met sectorpartijen waarbij landbouworganisaties zelf hun achterban een stukje de afgrond inschuiven. Ook kan de politiek er voor kiezen de rechten voor een beperkte periode uit te geven en na bijvoorbeeld 10 jaar deze in te trekken, te herzien of aan nieuwe voorwaarden te laten voldoen (zoals in België). Emissie van stikstof meten, zelfs realtime meten, zien we hier en daar verschijnen als aangedragen oplossing. Ammoniak emissies zijn met enige inzet en kosten meetbaar in stallen waar alle lucht centraal via een debietmeter gaat met ammoniakconcentratie meting en ook als het centraal de stal verlaat via 1 of 2 buizen met daarin ook debietmeters, die de m3 verplaatste lucht meten, en een ammoniakconcentratiemeter. Echter juridisch houdbaar zijn deze oplossingen nog niet gebleken. In open ligboxenstallen en stallen voor pluimvee en varkens met uitloop zijn emissie metingen niet nauwkeurig te doen behoudens daar waar zich binnen 300 meter geen andere stallen bevinden die de metingen kunnen beïnvloeden. Verder zijn er dan nog steeds grote onnauwkeurigheden in de metingen tussen de 30% en 60% dus ook niet houdbaar bij de rechter. Ook het berekenen van stikstof emissies per bedrijf kent de nodige onnauwkeurigheden waardoor de juridische houdbaarheid onzeker is. [b]Aarhus[/b] Het grootste risico bij de invoering van emissiebeleid en dus het uitgeven van stikstofemissie rechten is het verdrag van Aarhus. Volgens dat verdrag moet iedere burger van een lidstaat de mogelijkheid worden gegeven een zienswijze in te dienen bij projecten waarbij het milieu in het geding is. Reken maar dat Mobilisation van Johan Vollenbroek met of zonder medewerking van Volkert van der Graaf en een koppel links georiënteerde vrienden zich zal voorbereiden om voor alle veehouderijbedrijven een veelheid aan zienswijzen te gaan organiseren. [b]EU[/b] De huidige WSN en het beleid inzake uitvoering van de habitat richtlijn is voorgelegd en goedgekeurd in Brussel. Een nieuwe beleidsrichting zal niet binnen heel korte tijd goedkeuring van Brussel krijgen, daar gaat al snel een jaar of anderhalf over heen. [b]Tijd[/b] Dan is er nog een vrij funest bezwaar tegen de overstap van depositie naar emissie beleid en dat is tijd. Bij het huidige depositiebeleid is, zonder al te veel tijdrovende procedures, vrij snel tot positieve aanpassingen te komen omdat we vanwege de vele juridische procedures de afgelopen negen jaar vrij aardig weten aan welke knoppen we dienen te draaien. Overgaan op emissie beleid vraagt qua uitwerking en invulling in Nederlandse regelgeving op provinciaal en gemeentelijk niveau minimaal 2 jaar. Als de overstap wordt gemaakt van stikstofdepositiebeleid naar stikstofemissiebeleid is de wetgeving en de uitvoering pas echt hard als deze tot de hoogste rechter doormiddel van concrete rechtszaken is beproefd. Dus de onzekerheid voor ondernemingen of ze wel of niet over een harde vergunning beschikken bij emissiebeleid gaat vele jaren en tientallen uitspraken van de rechter duren. Jaren die we inmiddels bij het huidige stikstofdepositiebeleid achter de rug hebben en waarbij bijvoorbeeld de uitspraak over het Porthos project weer mogelijkheden heeft gebracht, ook voor andere bedrijven. Overstappen naar stikstofemissie beleid is dus geen risicoloze quickwin maar eerder een zeer risicovolle big loss. Bovenstaande overwegingen zijn voor Stichting Stikstof Claim redenen om de omissie in de huidige wetgeving te duiden en daarvoor constructieve en juridisch houdbare oplossingen aan te dragen die op redelijk korte termijn (binnen een jaar) realiseerbaar zijn. [b]Wat zijn dan die oplossingen?[/b] Voorzorgsbeginsel; ga meten. De huidige rechtspraak borduurt voort op het Europees bepaalde voorzorgsbeginsel. De rechter, tot aan de Raad van State aan toe, doet vaak de uitspraak dat niet met zekerheid is vast te stellen dat de natuur geen schade van een project zal ondervinden. Om dat te ondervangen zul je om te beginnen dus moeten weten wat de situatie in de natuur is. Wat is de toestand van de habitatten, wat is de mate van stikstofdepositie op die natuur en hoe zien de bodemanalysen van die gebieden er uit. Pas als je dat weet kun je beoordelen of 0,005 mol wel een significante bijdrage aan verslechtering gaat brengen of niet. Dus er moet weer worden gemeten in de natuurbodems iets wat tot 2011 ook gebeurde in het Trendmeetnet verzuring van het RIVM. Dit kan vrij eenvoudig op de meeste van de toenmalige locaties worden hervat en binnen een jaar heb je de eerste gegevens beschikbaar en kun je zien of er de afgelopen 12 jaar een verbetering of verslechtering heeft plaatsgevonden. Met die gegevens in de hand kun je hard maken of stikstofdepositie tot significante verslechtering gaat leiden en of de berekende depositie heeft kunnen leiden tot te hoge bodemvoorraden stikstof. De ons tot nu toe bekende onderzoeken door Stichting Agrifacts (Staf) en Agrio media laten zien dat dit op de Veluwe niet het geval is. De eerdere gegevens uit het Trendmeetnet verzuring tot 2011 geven ook geen aanleiding tot verontrusting. Naast bodemanalysen en het bemonsteren van het bovenste grondwater zal, hoe lastig het ook zal zijn, moeten worden overgegaan tot het meten van natte en droge depositie in natuurgebieden. Daarbij is herkomsttypering van die stikstofdepositie ook van belang. Immers, pas na echt depositiemeten in combinatie met bodemanalysen is een redelijke onderbouwing te geven of er ruimte is voor stikstofdepositie van een eventuele nieuwe activiteit. Het recente UvA onderzoek heeft laten zien dat stikstof vanaf een veehouderij na 500 meter niet meer meetbaar is te relateren aan die veehouderij. Stikstofdepositie in de natuur is dus maar heel beperkt te relateren aan individuele bedrijven en piekbelasters zijn nauwelijks aanwijsbaar. Onteigening op basis van stikstofdepositie op de natuur is nauwelijks mogelijk. Na het UvA onderzoek is dat wetenschappelijk en juridisch niet meer hard te maken. [b]KDW’s[/b] De Kritische Depositiewaarden worden gezien als de uiterste grens van welke stikstofdepositie nog toelaatbaar is op habitattypen. De KDW’s kennen een uitermate summiere onderbouwing die als enige drukfactor worden gehanteerd als beoordeling of het goed of slecht kan gaan met de natuur. Stikstof zal vast een drukfactor zijn voor stikstofgevoelige habitats. Echter, er zijn meer drukfactoren zoals verdroging, recreatie en slecht of onjuist beheer welke van invloed zijn op de toestand van de natuur. In Nederland wordt de toestand van de natuur geheel opgehangen aan het wel of niet overschrijden van de KDW en niet naar de daadwerkelijke toestand van de natuur. Gelukkig hebben een aantal politieke partijen ook in hun program staan dat de KDW niet de enige drukfactor is en dat er breder moet worden gekeken naar de natuur dan stikstof alleen. [b]Aerius[/b] Aerius is het rekeninstrument dat momenteel door de overheid als wettelijk instrument moet worden toegepast. Aerius kent geen validering met depositiemetingen en kalibratie is volgens de Rivm website niet mogelijk. Toch zijn er binnen Aerius (met blijvende onnauwkeurigheden) mogelijkheden om stikstofdepositie minder te overschatten dan nu het geval is. Het onderzoek van de UvA heeft hiervoor ook gegevens aangedragen. De veldemissie van ammoniak was in het 3-jarig onderzoek van UvA op twee bedrijven ongeveer 20 tot 30 kg lager dan nu in de rekenmodellen zit.Let wel dit is het meest langdurige en uitgebreide onderzoek dat de afgelopen 40 jaar is uitgevoerd en er is wereldwijd geen ander zo uitgebreid en langdurig onderzoek gedaan. Ook de droge depositie was op de bedrijven met een factor 2 tot 5 lager dan nu in de modellen zit. Daarnaast zit in de huidige modellen dat 80% van de ammoniak uit stallen naar de hogere luchtlagen gaat en 20% tot depositie in de nabije omgeving komt. Het 3-jarig UvA onderzoek stelt dat 91% van de emissie naar de hogere luchtlagen gaat en 9% van de emissie in de nabije omgeving van een stal tot depositie komt. Dat is een halvering en dan ook een zeer significante reden tot aanpassing van de modelwaarden. Bovenstaande kan het RIVM allemaal voorleggen aan het ministerie en zonder zelfs betrokkenheid van de Tweede Kamer kunnen deze aanpassingen worden gedaan. Het is een kwestie van willen. [b]Euros-Lotos[/b] Een andere mogelijkheid is om Aerius in te ruilen voor Euros Lotos. Het RIVM wil graag af van Aerius als instrument voor vergunning verlening. TNO heeft Euros Lotos beschikbaar en dat draait al in Duitsland. Sterker nog voor een aantal Nederlandse vergunningen met mogelijk grensoverschrijdende stikstofdepositie wordt nu al een Euros Lotos berekening gemaakt voor het Duitse deel. Om Euros-Lotos te gaan gebruiken zal LNV een aanpassing in de WSN moeten voorleggen aan de Tweede Kamer dat zou binnen een half jaar na de komst van een nieuwe minister moeten kunnen. [b]PAS-melders[/b] Zijn de PAS-melders te legaliseren ? Ja, dat kan. Legalisatie van de PAS-melders gaat niet leiden tot extra stikstofemissie. De huidige dieraantallen van de PAS-melders en interimmers zitten al in de huidige NEMA emissiecijfers en dus ook in Aerius. Legalisatie moet dan ook mogelijk zijn zonder aankoop van ammoniak. In de Porthos zaak heeft het ministerie van Economische Zaken een goede, uitgebreide argumentatie opgesteld waarom die activiteit van een vergunning kan worden voorzien. Dit zouden PAS-melders, in theorie, ook kunnen doen. Helaas kost dit een vermogen aan adviseurskosten. Mochten de Raad van State en de overheid van mening blijven dat voor PASmelders ammoniakrechten moeten worden aangekocht, dan is het mogelijk om, door een vrijwillige opkoopregeling voor latente ruimte (stal wel vergund, niet nog gebouwd) in werking te stellen, ammoniak rechten te verwerven. Pasmelders kunnen ook zelf ammoniakrechten kopen en deze declareren bij het LNV schadeloket. [b]Resume[/b] Al met al voldoende mogelijkheden om de onvolkomenheden binnen de huidige stikstofwetgeving op redelijk korte termijn te herstellen en juridisch houdbare vergunningen te houden en te verlenen. Het is niet een kwestie van kúnnen, maar wíllen landelijke en lagere overheden wel of geen oplossing. [b]Overstappen van stikstofdepositie beleid naar emissiebeleid is geen quick win maar heeft alles in zich om uit draaien op een big loss![/b] https://thumbs.boeren.online/groot/2023/38/7707-zwanen-in-de-herfst.jpg

Praktijk verhaal PAS melder

Bron: https://m.facebook.com/story.php?story_fbid=pfbid02G7iytYsj2LSocXdYbe2Nm58uRtMBDXAMENPjs4M62wmc4TFLPLC7UnDDWJpzGaC1l&id=100014903266068 [quote]Ik heb een heftig en verdrietig bericht : Ons melkveebedrijf Kolhorn Dairy farm staat op de nominatie om afgeschoten te worden door de overheid . - Wij zijn piekbelaster dwz te vervuilend voor de Veluwe op 25 km afstand - PAS melder dwz dat onze milieu vergunning is afgepakt omdat volgens de overheid zij deze niet hadden mogen geven 11 jaar geleden. Rechtmatig verkregen volgens alle procedures maar dat geldt dus niet meer . - PAS melder van voor 2015 dus wij komen niet meer in aanmerking voor legalisatie. Deze week een adviseur van het ministerie op bezoek gehad om uit te gaan zoeken hoe ze ons willen opkopen . Een zak met geld kunnen we misschien krijgen maar de voorwaarden zijn catastrofaal voor ons prachtige bedrijf . Het zal tot de laatste steen afgebroken moeten worden en we mogen geen boer meer zijn voor hier en in heel Europa. Het bedrijf zonder deze regeling verkopen is voor melkveehouderij ook onmogelijk omdat we illegaal zijn en piekbelaster . Geen bank financiert het voor een koper. De uitkoop regeling is op vrijwillige basis wordt met nadruk gezegd . Maar wat betekent dat als je in de hoek staat met het geweer op je gericht en je geen kant op kan ? Vrijwillig betekent in ons geval dat we mogen vragen wanneer ze de trekker overhalen. Ons bedrijf : - een van de mooiste van Nederland - op de vruchtbaarste grond van Europa in de Flevopolder - groen label gebouwd met alle vergunningen rechtmatig verkregen. - modern - duurzaam - efficiënt werken - diervriendelijk En een filmpje van ons bedrijf is meerdere malen door de koning en de koningin meegenomen naar het buitenland als voorbeeld bedrijf op basis van innovatie , efficiëntie, duurzaamheid en diervriendelijkheid . Nu wil deze zelfde overheid ons bedrijf met een pennenstreek wegvagen en ons als veehouders de strop echt aan gaan trekken. Wij zijn er kapot van en weten op dit moment niet meer wat we moeten doen [/quote]

rene-de-jong


Foto's
0
Video's
0
Topics
0
Reacties
0
Stemmen
615
Volgers

Over mij

Leeftijd: 51jr
Laatst op Boeren.online: 1jr geleden
Laatst op Prikkebord: 5u geleden
Laatst op TractorFan: 2d geleden

René
Melkveehouder (ca. 170 mk)
en agrarisch makelaar in Friesland

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering