« Forum

Jongveegetal

'Fosfaatreductieplan moet wel werkbaar blijven’
02 mei 2017 Opnieuw onduidelijkheid en onzekerheid, met daardoor de nodige frustratie, boosheid en onrust onder leden. Dat roept de laatste wijziging van het fosfaatreductieplan door staatssecretaris Martijn van Dam op. ‘Wij balen ook van het juridische geschakel. Het moet wel werkbaar blijven in de praktijk’, stellen Henk Schoonvelde en Janita ten Berge, bestuurders LTO Noord Melkveehouderij.
Afgelopen vrijdag (28 april) maakte staatssecretaris Van Dam bekend hoe hij de fosfaatreductieregeling alleen voor melkproducerende bedrijven van toepassing laat zijn. Dit had het ministerie van EZ op 12 april aangekondigd. Toen werd bekend gemaakt dat niet-melkproducerende bedrijven uit het fosfaatreductieplan worden gehaald.

Gehamerd
‘LTO heeft er direct op gehamerd dat voorkomen moest worden dat jongvee via niet-melkproducerende bedrijven afgevoerd zouden kunnen worden. We staan erachter dat dit ‘lek’ gedicht moest worden. Ons voorstel om dat via een vrijwillige deelname aan de reductieregeling door niet-melkproducerende bedrijf te doen, bleek volgens de landsadvocaat juridisch onhoudbaar’, zegt Schoonvelde.
Nu komt Van Dam dus met een nieuw begrip: het jongveegetal. ‘Er is nog veel ruis over de interpretatie van de regeling. We zetten er druk op dat hierover zo snel mogelijk duidelijkheid komt, met heldere rekenvoorbeelden en rekenmethodes’, aldus Ten Berge.

Inventariseren pijnpunten
Daarnaast inventariseren de bestuurders – mede met hulp van het LTO Noord Informatiecentrum – de pijnpunten en zorgen onder leden naar aanleiding van deze nieuwe ontwikkeling. ‘Dat het natuurlijk verloop van jouw veestapel op jouw bedrijf je nu voor de voeten loopt, is een ongewenst gevolg van deze wijziging’, benoemen Schoonvelde en Ten Berge één van de pijnpunten. ‘We moeten kijken wat er binnen de contouren van de wet bijgesteld kan worden.’

Complexer
‘Voorzitter Kees Romijn heeft al aangegeven dat het geheel complexer wordt hierdoor. Dat neemt niet weg dat de onduidelijkheid zo snel mogelijk moet worden weggenomen’, stelt Schoonvelde.
Na de inventarisatie van de reacties van leden volgt de analyse door de vakgroep Melkveehouderij. Op basis hiervan worden de te nemen vervolgstappen bepaald.