Stikstof depositiebeleid verlaten voor emissiebeleid: quick win of quick big loss?

Persbericht Stikstofclaim.

Het afgelopen jaar hoor je steeds vaker de roep om te stoppen met het huidige stikstofdepositiebeleid en over te stappen op stikstofemissie beleid. Met dit opstel geeft het bestuur van de Stichting Stikstof Claim weer wat daarvan de gevolgen (kunnen) zijn.

De huidige, op depositiebeleid ingerichte wetgeving, kent veel onvolkomenheden en politiek, belangenbehartigers en wethandhavers lopen op allerlei punten vast in de uitvoerbaarheid van de regelgeving. De onzekere positie van PAS-melders en interimmers, maar ook de gevolgen voor andere maatschappelijke activiteiten als een simpel evenement in de buitenlucht op het platteland, worden “plots” door overijverige ambtenaren en bange bestuurders (wethouders/gedeputeerden) tegen gehouden.

De roep om een alternatief is dan ook te verwachten want de huidige minister van Natuur en Stikstof is niet in staat om een perspectief te schetsen dat er op afzienbare tijd acceptabele oplossingen komen voor de huidige knelpunten. Sterker nog, er komen steeds meer aanvullende beperkingen die oplossingen verder vertragen of zelfs onmogelijk lijken te maken.

En ja, ze lacht er ook nog bij. Maar is de roep om stikstofemissie beleid dan “The Silver Bullit” waardoor we alle ellende achter ons kunnen laten? Volgens Stichting Stikstof Claim is dat zeer zeker niet het geval. Sterker nog, de zogenaamde oplossing is erger dan de kwaal.

We zetten de argumenten op een rij:

Huidige vergunninghouders

De bedrijven die momenteel over een NB vergunning beschikken hebben bij het huidige beleid een nagenoeg niet aan te tasten rechtszekerheid. Helemaal sinds het onderzoek van de UvA waarbij de emissie van een bedrijf tot op vrij geringe afstand tot het bedrijf van ongeveer 300 meter tot max. 500 meter is te herleiden tot dat bedrijf. Hierdoor is de mogelijkheid voor de Staat of een lagere overheid om een bedrijf te onteigenen, met als reden de stikstofdepositie op natuur, wetenschappelijk/juridisch nagenoeg onmogelijk geworden. Immers er is maar een beperkt aantal bedrijven dat binnen 500 meter van een stikstofgevoelig hexagoon liggen.

PAS-melders
PAS-melders zitten momenteel in onzekerheid omdat hun PAS-melding rechteloos is geworden op 29 mei 2019. Echter, in de huidige WSN staat (dankzij Roelof Bisschop/Hans Maljaars SGP) dat de overheid wettelijk verplicht is de PAS-melders 3 jaar na intreding van de WSN te legaliseren. Van die 3 jaar zijn inmiddels 21 maanden verstreken. Over 15 maanden zijn de PAS-melders óf gelegaliseerd óf ze kunnen met succes een beroep doen op handhaving van de wet en de overheid via de rechter dwingen te legaliseren. Echter, eerder al zijn hiervoor oplossingen binnen de huidige wet.

Interimmers
Deze lijken nu buiten de boot te vallen maar ook hiervoor zijn oplossingen
binnen de huidige wet. De oplossingen worden beschreven aan het einde van dit betoog/opstel. Waarom is emissiebeleid zo een groot risico?. Bij de overstap naar emissiebeleid komt er een nieuw referentiepunt. Los van de vraag of je de huidige vergunningen juridisch kunt intrekken en inruilen voor een emissie referentie komt meteen de vraag: “wat is het referentiepunt?” Is dat de huidige vergunning met latente ruimte of de huidige vergunning zonder latente ruimte?. Zijn het de gerealiseerde dierplaatsen die de referentie vormgeven of is het gemiddelde aantal gehouden dieren geregistreerd bij RVO de laatste 3 jaar de referentie?

De politiek kan er voor kiezen om bij de overstap naar emissiebeleid een
generieke korting te doen over alle bedrijven bij ingang van het nieuwe beleid. Onze inschatting is dat de politiek die kans niet laat lopen. Een dergelijke korting kan 10% tot 12% bedragen. Momenteel is na de invoering van varkensrechten en fosfaatwetgeving geen ander instrument waarmee de politiek tot een generieke korting kan komen. Uitzondering daarop is een convenant met sectorpartijen waarbij landbouworganisaties zelf hun achterban een stukje de afgrond inschuiven.

Ook kan de politiek er voor kiezen de rechten voor een beperkte periode uit te geven en na bijvoorbeeld 10 jaar deze in te trekken, te herzien of aan nieuwe voorwaarden te laten voldoen (zoals in België). Emissie van stikstof meten, zelfs realtime meten, zien we hier en daar verschijnen als aangedragen oplossing. Ammoniak emissies zijn met enige inzet en kosten meetbaar in stallen waar alle lucht centraal via een debietmeter gaat met ammoniakconcentratie meting en ook als het centraal de stal verlaat via 1 of 2 buizen met daarin ook debietmeters, die de m3 verplaatste lucht meten, en een ammoniakconcentratiemeter.

Echter juridisch houdbaar zijn deze oplossingen nog niet gebleken.
In open ligboxenstallen en stallen voor pluimvee en varkens met uitloop zijn
emissie metingen niet nauwkeurig te doen behoudens daar waar zich binnen
300 meter geen andere stallen bevinden die de metingen kunnen beïnvloeden. Verder zijn er dan nog steeds grote onnauwkeurigheden in de metingen tussen de 30% en 60% dus ook niet houdbaar bij de rechter. Ook het berekenen van stikstof emissies per bedrijf kent de nodige onnauwkeurigheden waardoor de juridische houdbaarheid onzeker is.

Aarhus
Het grootste risico bij de invoering van emissiebeleid en dus het uitgeven van stikstofemissie rechten is het verdrag van Aarhus. Volgens dat verdrag moet iedere burger van een lidstaat de mogelijkheid worden gegeven een zienswijze in te dienen bij projecten waarbij het milieu in het geding is.

Reken maar dat Mobilisation van Johan Vollenbroek met of zonder medewerking van Volkert van der Graaf en een koppel links georiënteerde vrienden zich zal voorbereiden om voor alle veehouderijbedrijven een veelheid aan zienswijzen te gaan organiseren.

EU
De huidige WSN en het beleid inzake uitvoering van de habitat richtlijn is voorgelegd en goedgekeurd in Brussel. Een nieuwe beleidsrichting zal niet binnen heel korte tijd goedkeuring van Brussel krijgen, daar gaat al snel een jaar of anderhalf over heen.

Tijd
Dan is er nog een vrij funest bezwaar tegen de overstap van depositie naar
emissie beleid en dat is tijd. Bij het huidige depositiebeleid is, zonder al te veel tijdrovende procedures, vrij snel tot positieve aanpassingen te komen omdat we vanwege de vele juridische procedures de afgelopen negen jaar vrij aardig weten aan welke knoppen we dienen te draaien.

Overgaan op emissie beleid vraagt qua uitwerking en invulling in Nederlandse regelgeving op provinciaal en gemeentelijk niveau minimaal 2 jaar. Als de overstap wordt gemaakt van stikstofdepositiebeleid naar stikstofemissiebeleid is de wetgeving en de uitvoering pas echt hard als deze tot de hoogste rechter doormiddel van concrete rechtszaken is beproefd. Dus de onzekerheid voor ondernemingen of ze wel of niet over een harde vergunning beschikken bij emissiebeleid gaat vele jaren en tientallen uitspraken van de rechter duren. Jaren die we inmiddels bij het huidige stikstofdepositiebeleid achter de rug hebben en waarbij bijvoorbeeld de uitspraak over het Porthos project weer mogelijkheden heeft gebracht, ook voor andere bedrijven.

Overstappen naar stikstofemissie beleid is dus geen risicoloze quickwin maar
eerder een zeer risicovolle big loss. Bovenstaande overwegingen zijn voor Stichting Stikstof Claim redenen om de omissie in de huidige wetgeving te duiden en daarvoor constructieve en juridisch houdbare oplossingen aan te dragen die op redelijk korte termijn (binnen een jaar) realiseerbaar zijn.

Wat zijn dan die oplossingen?
Voorzorgsbeginsel; ga meten. De huidige rechtspraak borduurt voort op het Europees bepaalde voorzorgsbeginsel. De rechter, tot aan de Raad van State aan toe, doet vaak de uitspraak dat niet met zekerheid is vast te stellen dat de natuur geen schade van een project zal ondervinden.

Om dat te ondervangen zul je om te beginnen dus moeten weten wat de
situatie in de natuur is. Wat is de toestand van de habitatten, wat is de mate van stikstofdepositie op die natuur en hoe zien de bodemanalysen van die gebieden er uit. Pas als je dat weet kun je beoordelen of 0,005 mol wel een significante bijdrage aan verslechtering gaat brengen of niet. Dus er moet weer worden gemeten in de natuurbodems iets wat tot 2011 ook gebeurde in het Trendmeetnet verzuring van het RIVM.

Dit kan vrij eenvoudig op de meeste van de toenmalige locaties worden hervat en binnen een jaar heb je de eerste gegevens beschikbaar en kun je zien of er de afgelopen 12 jaar een verbetering of verslechtering heeft plaatsgevonden. Met die gegevens in de hand kun je hard maken of stikstofdepositie tot significante verslechtering gaat leiden en of de berekende depositie heeft kunnen leiden tot te hoge bodemvoorraden stikstof. De ons tot nu toe bekende onderzoeken door Stichting Agrifacts (Staf) en Agrio media laten zien dat dit op de Veluwe niet het geval is.

De eerdere gegevens uit het Trendmeetnet verzuring tot 2011 geven ook geen aanleiding tot verontrusting. Naast bodemanalysen en het bemonsteren van het bovenste grondwater zal, hoe lastig het ook zal zijn, moeten worden overgegaan tot het meten van natte en droge depositie in natuurgebieden.

Daarbij is herkomsttypering van die stikstofdepositie ook van belang.
Immers, pas na echt depositiemeten in combinatie met bodemanalysen is een redelijke onderbouwing te geven of er ruimte is voor stikstofdepositie van een eventuele nieuwe activiteit. Het recente UvA onderzoek heeft laten zien dat stikstof vanaf een veehouderij na 500 meter niet meer meetbaar is te relateren aan die veehouderij. Stikstofdepositie in de natuur is dus maar heel beperkt te relateren aan individuele bedrijven en piekbelasters zijn nauwelijks aanwijsbaar.

Onteigening op basis van stikstofdepositie op de natuur is nauwelijks mogelijk. Na het UvA onderzoek is dat wetenschappelijk en juridisch niet meer hard te maken.

KDW’s
De Kritische Depositiewaarden worden gezien als de uiterste grens van welke
stikstofdepositie nog toelaatbaar is op habitattypen. De KDW’s kennen een uitermate summiere onderbouwing die als enige drukfactor worden gehanteerd als beoordeling of het goed of slecht kan gaan met de natuur. Stikstof zal vast een drukfactor zijn voor stikstofgevoelige habitats. Echter, er zijn meer drukfactoren zoals verdroging, recreatie en slecht of onjuist beheer welke van invloed zijn op de toestand van de natuur. In Nederland wordt de toestand van de natuur geheel opgehangen aan het wel of niet overschrijden van de KDW en niet naar de daadwerkelijke toestand van de natuur. Gelukkig hebben een aantal politieke partijen ook in hun program staan dat de KDW niet de enige drukfactor is en dat er breder moet worden gekeken naar de natuur dan stikstof alleen.

Aerius
Aerius is het rekeninstrument dat momenteel door de overheid als wettelijk
instrument moet worden toegepast. Aerius kent geen validering met depositiemetingen en kalibratie is volgens de Rivm website niet mogelijk.
Toch zijn er binnen Aerius (met blijvende onnauwkeurigheden) mogelijkheden om stikstofdepositie minder te overschatten dan nu het geval is.

Het onderzoek van de UvA heeft hiervoor ook gegevens aangedragen.
De veldemissie van ammoniak was in het 3-jarig onderzoek van UvA op twee
bedrijven ongeveer 20 tot 30 kg lager dan nu in de rekenmodellen zit.Let wel dit is het meest langdurige en uitgebreide onderzoek dat de afgelopen 40 jaar is uitgevoerd en er is wereldwijd geen ander zo uitgebreid en langdurig onderzoek gedaan.

Ook de droge depositie was op de bedrijven met een factor 2 tot 5 lager dan nu in de modellen zit. Daarnaast zit in de huidige modellen dat 80% van de ammoniak uit stallen naar de hogere luchtlagen gaat en 20% tot depositie in de nabije omgeving komt. Het 3-jarig UvA onderzoek stelt dat 91% van de emissie naar de hogere luchtlagen gaat en 9% van de emissie in de nabije omgeving van een stal tot depositie komt. Dat is een halvering en dan ook een zeer significante reden tot aanpassing van de modelwaarden. Bovenstaande kan het RIVM allemaal voorleggen aan het ministerie en zonder zelfs betrokkenheid van de Tweede Kamer kunnen deze aanpassingen worden gedaan. Het is een kwestie van willen.

Euros-Lotos
Een andere mogelijkheid is om Aerius in te ruilen voor Euros Lotos.
Het RIVM wil graag af van Aerius als instrument voor vergunning verlening. TNO heeft Euros Lotos beschikbaar en dat draait al in Duitsland. Sterker nog voor een aantal Nederlandse vergunningen met mogelijk grensoverschrijdende stikstofdepositie wordt nu al een Euros Lotos berekening gemaakt voor het Duitse deel. Om Euros-Lotos te gaan gebruiken zal LNV een aanpassing in de WSN moeten voorleggen aan de Tweede Kamer dat zou binnen een half jaar na de komst van een nieuwe minister moeten kunnen.

PAS-melders
Zijn de PAS-melders te legaliseren ? Ja, dat kan. Legalisatie van de PAS-melders gaat niet leiden tot extra stikstofemissie. De huidige dieraantallen van de PAS-melders en interimmers zitten al in de huidige NEMA emissiecijfers en dus ook in Aerius. Legalisatie moet dan ook mogelijk zijn zonder aankoop van ammoniak. In de Porthos zaak heeft het ministerie van Economische Zaken een goede, uitgebreide argumentatie opgesteld waarom die activiteit van een vergunning kan worden voorzien. Dit zouden PAS-melders, in theorie, ook kunnen doen.

Helaas kost dit een vermogen aan adviseurskosten. Mochten de Raad van State en de overheid van mening blijven dat voor PASmelders ammoniakrechten moeten worden aangekocht, dan is het mogelijk om, door een vrijwillige opkoopregeling voor latente ruimte (stal wel vergund, niet nog gebouwd) in werking te stellen, ammoniak rechten te verwerven. Pasmelders kunnen ook zelf ammoniakrechten kopen en deze declareren bij het LNV schadeloket.

Resume
Al met al voldoende mogelijkheden om de onvolkomenheden binnen de
huidige stikstofwetgeving op redelijk korte termijn te herstellen en juridisch
houdbare vergunningen te houden en te verlenen. Het is niet een kwestie van kúnnen, maar wíllen landelijke en lagere overheden wel of geen oplossing.

Overstappen van stikstofdepositie beleid naar emissiebeleid is geen quick win maar heeft alles in zich om uit draaien op een big loss!


 stikstofclaim.nl (stikstofclaim.nl)

https://www.stikstofclaim.nl/

Grasbaal

Reacties

+2
jan-cees
@GJ Bosch Aangezien dit ook over je vraag in een ander topic gaat geef ik je hieronder het antwoord. @spithoven heeft al de link naar polderklimaat.nl/de-nieuwe-studie-van-de-uva-deel-… gezet waar ook een deel van het antwoord te vinden is.

Waarom ben ik blij.
Alle tot nu toe gedane metingen naar ammoniak emissie en depositie zijn overwegende gedaan in de mooi weer perioden voorjaar en zomer.
Herfst en winter onderzoek is er nauwelijks.
Langdurige onderzoek van meer dan 1 jaar rond veehouderijen in onze klimaatzone zijn nagenoeg niet te vinden.

Dus voor het eerst is er een meerjarig onderzoek gedaan naar emissie en depositie met meerdere meetmethoden.
Dat maakt dat het onderzoek ook stevig is en niet makkelijk te omzeilen qua uitkomsten en inzichten.

De directe winstpunten voor veehouders zijn
1 Onteigening op basis van stikstofdepositie in de natuur te herleiden naar een
veehouderijbedrijf verder dan 300 meter van een stikstofgevoelig hexagoon is juridisch
niet meer haalbaar omdat de wetenschappelijke onderbouwing daarvoor niet meer is te
maken.
Wellicht herinner je de kaartjes van Erisman nog met bufferstroken van 2km en 5 km
om de natuur waar geen veehouderij zou kunnen en de onzin van de
landschapsgronden
van Boswijk. Dit betekend voor heel veel bedrijven dat ze fors minder risico lopen in de
waardering van hun grond en de rechtszekerheid van hun bezit.

2 Dat de eerste 150 meter vanaf een stal 75% van de stikstofdepositie ammoniak
gerelateerd is en na 300 meter 75% Nox gerelateerd dat maakt de positie van de
veehouderij ook sterker.

3 Tot voor twee jaar geleden was de theorie dat 80% van de ammoniak emissie naar
hogere luchtlagen vertrekt dat blijkt nu 91% te zijn dat is meer dan een verdubbeling en
daarmee wordt het aandeel ammoniak wat lokaal tot depositie komt een stuk lager een
argument dat de veehouderij ook kan gebruiken.

4 Dat de droge depositie met een factor tussen de 2 en 6 wordt overschat door Aerius (OPS
depositiemodel) is een belangrijk punt daarmee is de depositie dus veel kleiner dan
gedacht (is ook te herleiden naar punt 3)

5 Dat de veldemissie geen 42 kg maar slechts 12 kg ammoniak emissie blijkt te zijn zegt
heel veel voor met name de melkveehouderij daar waar er stemmen op gaan om de
KringLekwijzer te gaan gebruiken als afrekeninstrument.

6 Er ligt nu redelijk veel munitie op tafel om aan de knoppen te gaan draaien in het
stikstofbeleid waardoor het beleid beter haalbaar gaat worden en de veehouderij minder als
grote vervuiler kan worden gezien

Is het daarmee allemaal geregeld . Nee zeker niet maar er is veel aangedragen waar bestuurders en politicie aan handvatten geeft om niet alles klakkeloos van overheid en Rivm en PBL te slikken.
Het heeft Stikstofclaim behoorlijk munitie gegeven in een tweetal rechtszaken

Dus meer en betere munitie in de nog steeds voortdurende stikstofstrijd.

En er is nog meer onderweg want de wetenschappelijke papers gaan nog komen en naar aanleiding van het UvA onderzoek worden er weer vragen gesteld in de politiek om verder zaken uit te diepen en zien we ook internationaal weer meer aandacht om stikstofonderzoek op te pakken.

Vertellen jullie mij maar eens wat aan bovenstaande negatief is voor de veehouderij en in het bijzonder de melkveehouderij
pieta
@jan-cees Ik hoop dat we er iets aan gaan hebben.
GJ Bosch
@jan-cees Ik heb veel waardering voor alle tijd en moeite die jij, John Spithoven en vele anderen in dit onderwerp hebben gestoken. Toch heb ik een aantal kritische vragen en opmerkingen n.a.v. jouw verhaal en het opstel van SSC. Ik ga ze punt voor punt langs.

2 Dat de eerste 150 meter vanaf een stal 75% van de stikstofdepositie ammoniak
gerelateerd is en na 300 meter 75% Nox gerelateerd dat maakt de positie van de
veehouderij ook sterker.


Waar in het UvA rapport staat dat? Ik kan het niet vinden.

3 Tot voor twee jaar geleden was de theorie dat 80% van de ammoniak emissie naar
hogere luchtlagen vertrekt dat blijkt nu 91% te zijn dat is meer dan een verdubbeling en
daarmee wordt het aandeel ammoniak wat lokaal tot depositie komt een stuk lager een
argument dat de veehouderij ook kan gebruiken.


In het UvA rapport staat dat 9% van de NH3 emissie binnen 500 meter terechtkomt. Maar dit volgt niet uit metingen maar uit het OPS model. Volgens het OPS model komt nog eens 15% binnen 1000 meter terecht. Dus wat jij schrijft klopt echt niet.
Uit het rapport, pag 15 bovenaan: Modelled N deposition, using an emission value of the farm reported in the “kringloopwijzer” indicated that approximately 9% of the farm’s NH3 emission (this includes emission from the stable and manure application on the field) did return as deposition within a circle with a 500 meter radius around the farm. The remaining NH3 emission was deposited further away (with exponentially declining N deposition rates – in the 500 to 1000 meter ring +/- 15% of the emission is deposited).

Erik Jansen van polderklimaat.nl heeft hier ook aandacht aan besteed en steekt zijn teleurstelling over het UvA rapport niet onder stoelen of banken: “Ik word hier spontaan een beetje verdrietig van. Het ging toch over een vierjaren studie van de UvA?”

polderklimaat.nl/de-nieuwe-studie-van-de-uva-deel-…

4 Dat de droge depositie met een factor tussen de 2 en 6 wordt overschat door Aerius (OPS
depositiemodel) is een belangrijk punt daarmee is de depositie dus veel kleiner dan
gedacht (is ook te herleiden naar punt 3)


Deze conclusie kun je niet uit het rapport trekken. Dat weet je zelf inmiddels ook wel. UvA heeft slecht een klein deel van de droge depositie gemeten
Zie pagina 3 UvA rapport: Droge depositie werd gemeten als het verschil tussen bulkdepositie en natte N depositie. Interacties met oppervlaktes, vegetatie en bodem vallen niet onder deze definitie, zoals ammoniakgas (NH3) dat rechtstreeks door de planten wordt opgenomen via de huidmondjes. Deze interacties zijn erg moeilijk te meten.

Ten slotte heb ik nog een vraag n.a.v. het stuk van stikstofclaim. Hoe denkt stikstofclaim de depositie op de N2000 gebieden naar beneden te krijgen zonder emissiebeleid?
jan-cees
@GJ Bosch Jouw eerste vraag naar de 75% en 25% dat kun je vinden in het interview met Lubbert van Dellen in Veeteelt.

Dan je opmerking over de 9% .
Het onderzoek van UvA concludeerde dat het OPS als verspreidingmodel aardig goed werkt.
De 9% naar hogere luchtlagen. Kijk even naar figuur 6 De 15% waar jij aan refereert tussen de 500 en 1000 meter is niet gemeten maar als depositie gemodeleerd met OPS want na 500 meter is er geen aan de stal meer te relateren depositie. Daarom staat ook in de tekst onder de figuur en de toelichting dat het grafiekstuk 100 tot 500 meter ook gaat over de depositie van dat stuk and beyond de 500 meter. Er is gemeten van 500 meter tot op afstanden van meer dan 1000 meter en daar werd geen tot aan de bron te relateren depositie gevonden.

De opname door huidmondjes is wel getracht te meten maar de getallen die daar uitkomen (het omrekenen naar kg N per ha) is niet goed gelukt . De opname doormiddel van de huidmondjes is erg afhankelijk van type gewas . Rudy Rabbinge heeft daar in het verleden lab onderzoek naar gedaan en zegt dat dit verwaarloosbaar klein is. In de veldproeven is dit onderdeel niet goed gelukt.
Niet alles wat je graag wil onderzoeken kun je een sluitend antwoord op krijgen.

Als je het stuk hebt gelezen heb je ook hebben gezien dat ze geen constante match hebben tussen metingen en model en die 15% dus niet konden valideren . Op pagina twee onderaan (nl samenvatting) staat de 3,6 keer hogere gemodelleerde depositie ten opzichtte van de metingen . In besprekingen kwam naar voren dat daar een spreiding in zit van 2 tot 6. Net boven hoofdstuk 2.1.4 staat dat ze denken dat het OPS model consistent is maar ze kregen geen match en konden het depositiemodel niet valideren (de 3,6 keer hoger modelleerde depositie dan gemeten )

De reden dat de kringloopwijzer in combinatie met luchtconcentratiemeting is gebruikt komt omdat er op 1 bedrijf na aanvang van het onderzoek een stal is bijgebouwd en het emissiemeten toen moeilijker werd. Er is voor een praktische oplossing gekozen en die op beide bedrijven toegepast om de methode van werken gelijk te houden.
Emissie meten is veel moeilijker in een open ligboxenstal dan we eerst dachten ook dat is een bevinding. Die helder maakt dat emissiebeleid op basis van metingen niet echt tot een afrekenbaar geheel komt.

Je vraag over depositie omlaag brengen.
Aangezien er in de natuur nog geen depositiemetingen zijn gedaan is het de vraag hoeveel depositie er is in de N2000 gebieden en in hoeverre die te relateren zijn aan de veehouderij gezien de max 500 meter.
Ook het Schiermonnikoogproject met 40% minder vee en toch hogere luchtconcentraties ammoniak is een uitkomst die niet bepaald de veehouderij via krimp van de veestapel als verlager van depositie kan betitelen.
De afgelopen 20 jaar is de veestapel in varkens en koeien in Nederland maar ook in de omliggende landen fors afgenomen.
De luchtconcentratie ammoniak zo ongeveer op een zelfde niveau gebleven.
De omvang van de veestapel te verbinden aan stikstofdepositie op de natuur wordt daarmee minder hard dan eerder gedacht.

Tot 2011 was er het trendmeetnetverzuring wat gedurende de periode 1996 tot 2011 een forse afname van stikstof in het bovenste grondwater liet zien op circa 80 plaatsen in de natuur.
Daarmee zijn ze gestopt.

Staf en Eurofins hebben bodemanalysen gedaan op de Veluwe.
Stikstofbodemvoorraad zeer klein en toch een redelijk gemodelleerde stikstofdepositie
Zelf heb ik het Speulderbos 2 x laten bemonsteren.
Daar waar veel organische stof in de bodem zit is redelijke bodemvoorraad stikstof daar waar weinig organische stof is tref je ook heel weinig stikstof aan terwijl de depositie redelijk fors is volgens het model.

gezien het bovenstaande is het voor mij de vraag of krimp veestapel ook maar iets zal bijdragen aan verlaging van stikstofdepositie op de natuur.

Blijf ik bij mijn stelling ga eerst maar eens bodemanalysen doen in die natuur en dan kijken wat er nodig is en wie dat effectief kan leveren
20 jaar geleden was het beeld minder vee minder stikstofdepositie in de natuur dat beeld is nu op basis van metingen niet te bevestigen
GJ Bosch
@jan-cees Nog even een korte reactie op een paar antwoorden van jou:

Jouw eerste vraag naar de 75% en 25% dat kun je vinden in het interview met Lubbert van Dellen in Veeteelt.

In het interview verwijst van Dellen naar het UvA-onderzoek, maar er is daar niets te vinden op dit punt. Dat is dan toch erg vreemd en slordig van van Dellen.

De 15% waar jij aan refereert tussen de 500 en 1000 meter is niet gemeten maar als depositie gemodeleerd met OPS want na 500 meter is er geen aan de stal meer te relateren depositie.(……) Er is gemeten van 500 meter tot op afstanden van meer dan 1000 meter en daar werd geen tot aan de bron te relateren depositie gevonden.

Buiten de cirkel van 500 meter is niet gemeten. Dat blijkt uit het onderzoek, pag 11 bovenaan.

Atmospheric NH3 concentration and bulk N deposition were measured fortnightly according to the methods described in section 1.4, in four directions around the farm and at six distances varying of 15 to 500 meters to the farm.

Dus uit de meetresultaten kun je niet concluderen dat er buiten de 500 meter geen aan de bron te relateren depositie is.

Je vraag over depositie omlaag brengen. (……) is het voor mij de vraag of krimp veestapel ook maar iets zal bijdragen aan verlaging van stikstofdepositie op de natuur.

Op dit punt verwijs jij naar de metingen op Schiermonnikoog, metingen in het bovenste grondwater, bodemanalyses op de Veluwe en het Speulderbos, luchtconcentraties die al jaren gelijk blijven ondanks daling van de veestapel

Ik ben bang dat het kabinet deze punten alleen maar serieus neemt als er keihard wetenschappelijk bewijs voor is
jan-cees
@GJ Bosch Dat kan wel in hetb rapport staan alleen ik weet wel heel zeker dat er gemeten is op grotere afstand ik heb namelijk zelf bij twee akkerbouwers in omgeving A27 Almere/Zeewolde op afstand onderhandelingen gedaan over het plaatsen van meetpunten vop 1 km en 1,5 km ten oosten van de stal en de mensen hebben daarvoor een vergoeding gekregen.
Daar zijn luchtconcentratiemetingen gedaan en natte depositie en biomonitoren.
De mechanische metingen (de containers die open en dicht gaan bij droog en nat weer) zijn daar niet geplaatst.
Wel was er af en toe gedoe over kunstmeststrooien en met de veldspuit (brede spuitbomen) over meetopstelling strooien en spuiten wat weer een meetmoment ongeldig maakte.
John Spithoven
@GJ Bosch Gert, ik heb niet gereageerd, was een dagje uit met gezin.

Dat het onderzoek alles behalve duidelijk en eensluidend is , ben ik met je eens. Toch zijn er een aantal zaken die positief uit pakken. Bijv pag 11 boven fig 3. Daar leest iedereen over heen maar daar staat:
On average, the ‘background’ deposition was 5.6 kg [NH4+-N] ha-1y-1, although it should be noted that this
value includes the effect of farming practices.

Ook deze passage over de gemeten concentratie is opvallen maar positief

Atmospheric NH3 concentration decreased exponentially with distance to the stable, with average
concentration of 34.0 µg NH3-N m-3 at 15 meters and 5.8 µg NH3-N m-3 at 500 meters (Figure 1). Our
analysis revealed that atmospheric NH3 concentrations were positively associated with temperature,
farming practices and wind projections, and negatively with precipitation and distance to the stable.
Temperature plays the most prominent role, likely because of the thermodynamic properties of gases,
as can be seen by looking at the higher values in Figure 2 (left).

Wat de rode draad is in het onderzoek, is dat UvA aangeeft dat tot 500 m gemeten luchtconcentratie te relateren is aan de bron.

uva.nl/shared-content/faculteiten/…

Ook wordt binnen de cirkel de conclusie getrokken dat de gemeten luchtconcentratie NH3 overeenkomt met een bewerkte versie van het OPS model aangaande luchtconcentratie. Dus, OPS simuleert op een juiste manier de verspreiding van luchtconcentratie. En dat kan ook niet anders, want OPS wordt gevalideerd aan de hand van gemeten luchtconcentraties in natuur en LML. Maaarrrr...... Er is geen kalibratie mogelijk van het DEPAC model. Dit model bepaald welk deel van de luchtconcentratie opgenomen wordt door de plant. En daar draait het om. En UvA zegt dit ook:

Atmosferische NH3 concentratie en bulk N depositie vertoonden dezelfde temporele en ruimtelijke
patronen rond de stal. Normale activiteiten op het bedrijf, zoals bemesting met drijfmest, kunstmest en
maaien, zorgden voor een toename van de atmosferische NH3 concentratie en bulk N depositie. De NH3
concentratie en bulk N depositie afkomstig van de stal namen exponentieel af met de afstand tot de
stal. Vooral de eerste 100 m vanaf de stal was de N depositie hoog.
Droge depositie werd gemeten als het verschil tussen bulkdepositie en natte N depositie. Interacties
met oppervlaktes, vegetatie en bodem vallen niet onder deze definitie, zoals ammoniakgas (NH3) dat
4
rechtstreeks door de planten wordt opgenomen via de huidmondjes. Deze interacties zijn erg moeilijk
te meten. Onze aanpak voor het schatten van deze interacties was om de uitkomst van het OPS-model
te gebruiken, dat werd gevalideerd op metingen van onze twee boerderijen. Er is gekozen voor deze
combinatie van metingen en modelresultaten omdat op deze manier een complex systeem als N
depositie met moeilijk meetbare processen kan worden begrepen.


En dan vooral bovenstaande deel onder de 4. De plant opneembare droge depositie werd gevalideerd met de lucht concentratie metingen rond de boerderij (want van depositie meting is nl geen sprake rond de boerderij omdat deze niet volledig zijn uitgevoerd, de kunst van het weglaten)
En ook bestuur van het Mesdag zuivelfonds heeft niet door wat hier gebeurd terwijl dit de belangrijkste constatering is.
+1
leonievdh971
@John Spithoven de kunst van het weglaten)
En ook bestuur van het Mesdag zuivelfonds heeft niet door wat hier gebeurd terwijl dit de belangrijkste constatering is.

Wat probeer je ons hiermee te vertellen?
leonievdh971
@leonievdh971 is het niet tijd om eerlijk te vertellen wat er aan de hand is met het onderzoek van de UvA?
GJ Bosch
@John SpithovenJij schrijft: Wat de rode draad is in het onderzoek, is dat UvA aangeeft dat tot 500 m gemeten luchtconcentratie te relateren is aan de bron.

Dat blijkt echt niet uit het UvA onderzoek.

In de door jou gedeelde link (uva.nl/shared-content/faculteiten/…) staat het volgende:

Slechts 9% van de stikstof die een boerderij uitstoot komt in een straal van 500 meter van de stal terecht. Op die afstand is de bijdrage van de boerderij gedaald tot een kwart van de totale stikstofconcentratie in de lucht en tot een vijfde van de stikstofdepositie.
en
Buiten het gebied met een straal van 500 meter slaat ook stikstof neer, maar op deze afstand is een individuele boerderij niet langer aan te wijzen als de belangrijkste bron. Stikstof dat hier neerslaat is hoofdzakelijk afkomstig uit de zogenoemde stikstofdeken.


Op 500 meter van de stal zijn de concentratie en depositie dus 25% en 20%. Uit figuur 3 (zie afbeelding) van het UvA rapport blijkt dat de concentratie en de depositie tussen 250 meter en 500 meter van de stal nauwelijks zijn gedaald. De daling zal na 500 meter van de stal ongeveer in het zelfde tempo verdergaan. Dan mag je verwachten dat na 1000 meter ongeveer 10% van de concentratie en depositie afkomstig is van de stal.

En dus is ook na 500 meter een klein deel van de concentratie en depositie te relateren aan de stal.

(klik om te vergroten)

jan-cees
@GJ Bosch beter naar figuur zes kijken welk deel gaat omhoog en welk deel wordt depositie
By the way Klaas van der Horst gaat je bellen over melkprijsvergelijking
GJ Bosch
@jan-cees
Quote:
beter naar figuur zes kijken welk deel gaat omhoog en welk deel wordt depositie

De pijl omhoog in figuur lijkt te suggereren dat dit deel van de emissie volledig in hogere luchtlagen terechtkomt, maar in de begeleidende tekst staat slechts The vertical
upward arrow represents all the N not deposited in a 500 m radius.
(De verticale pijl naar boven heeft betrekking op alle N die niet in een straal van 500 meter neerkomt)

Een deel van deze uitstoot komt dus buiten de cirkel van 500 meter neer

Gerard Cats (geetacs) zegt hier in zijn bespreking van het UvA rapport het volgende over: Bij een dergelijke langzame afname is onduidelijk waarom de onderzoekers concluderen dat de bijdrage van de bedrijven buiten 500 m niet te meten valt. Zij hebben daar immers niet gemeten

(klik om te vergroten)

jan-cees
@GJ Bosch ook Cats heeft niet in beeld dat er buiten de 500 meter wel is gemeten
Hoe denk je dat anders de conclusie kan worden getrokken na 500 meter geen luchtconcd tratie herleidbaar naar het bedrijf? Stel dat dit 700 meter zou zijn geweest?
GJ Bosch
@jan-cees
Quote:
Hoe denk je dat anders de conclusie kan worden getrokken na 500 meter geen luchtconcentratie herleidbaar naar het bedrijf?

Waar in het rapport wordt de conclusie getrokken dat na 500 meter de ammoniak concentratie niet meer herleidbaar is naar de stal?

In de samenvatting van het onderzoek staat het volgende (pag 4 bovenaan):

Op 500 m (en verder) van de stal is er nog een effect van de boerderij, maar de bijdrage van één specifiek bedrijf buiten de 500 m-cirkel is echter laag ten opzichte van de achtergrondconcentratie van NH3.

Buiten de cirkel van 500 meter is de bijdrage van de stal dus laag. Maar dat betekent wel dat dat deel herleidbaar is naar de stal.
jan-cees
@GJ Bosch zie figuur zes
leonievdh971
Elke veehouder is verdrietig

“ Erik Jansen van polderklimaat.nl heeft hier ook aandacht aan besteed en steekt zijn teleurstelling over het UvA rapport niet onder stoelen of banken: “Ik word hier spontaan een beetje verdrietig van. Het ging toch over een vierjaren studie van de UvA?”
jan-cees
@leonievdh971 Ronald aangezien jij alleen maar kan napraten en blijkbaar niet zelf inhoudelijk iets bedenken bekijk je het verder maar overigens was het 2 jaar metingen jaar voorbereiden (was half jaar begroot maar Corona kwam er bij dat gaf langere aanloop en daarna nog jaar analyseren
hans1980
@leonievdh971 hallo Ronald
leonievdh971
Het onderzoek van de Universiteit Van Amsterdam was bedoeld om ons te verlossen van het krankzinnige stikstofbeleid
Het onderzoek heeft er voor gezorgd dat er een overweldigende Kamermeerderheid is om over te stappen op emissiebeleid
Voor de enkele enthousiasteling: ik ben er niet blij mee.
De landbouw kan heel goed reduceren met:
Sphere
Gazoo
Koeientoilet
Dus maak je keuze want Den Haag komt met subsidie

De overige sectoren worden niet zo hard aangepakt
Dat is een politieke keuze, wellicht ingegeven door enige vorm van realiteitszin
hans1980
@leonievdh971 En de afrekenbare stoffenbalans
leonievdh971
Welke innovatie is Mesdagfonds mee bezig?

(klik om te vergroten)

marcsterreborn
@leonievdh971 het Mesdagfonds is een speeltje geworden van een paar 'men with a mission"....
jan-cees
@marcsterreborn Inhoudelijk nog iets te melden of blijft het bij inhoudloos gebrabbel. Jij zal meer hebben met de Meeus Pierson Stichting van de PvdD dat begrijpen we wel en die hebben geen missie
+1
de jonge
@jan-cees die hebben vast wel een missie en dat is alle gehouden dieren het land uit en daarvoor wilde dieren terug... kan nog gezellig worden als hondsdolheid ed de kop ook weer op gaan steken..
leonievdh971
@marcsterreborn de veehouders zijn het speeltje
En niet alleen van het Mesdagfonds
jan-cees
@leonievdh971 Zoals al diverse keren aangegeven ben ik sinds oktober 2020 geen voorzitter of bestuurslid meer van het Mesdagfonds.
Vanuit mijn periode loopt er nog onderzoek van Herman de Boer naar het gebruik van steenmeel en het onderzoek naar uitspoeling van rundveedrijfmest in vergelijking met kunstmest.
De andere onderzoeken zijn mij niet bekend
+2
Grij
Prefect stuk er zijn maar weinig mensen die zoveel verstand hebben van het stikstof docier als van Spithoven.
+2
rene-de-jong
Quote:
"Wat zijn dan die oplossingen?
Voorzorgsbeginsel; ga meten. De huidige rechtspraak borduurt voort op het Europees bepaalde voorzorgsbeginsel. De rechter, tot aan de Raad van State aan toe, doet vaak de uitspraak dat niet met zekerheid is vast te stellen dat de natuur geen schade van een project zal ondervinden.

Om dat te ondervangen zul je om te beginnen dus moeten weten wat de
situatie in de natuur is. Wat is de toestand van de habitatten, wat is de mate van stikstofdepositie op die natuur en hoe zien de bodemanalysen van die gebieden er uit. Pas als je dat weet kun je beoordelen of 0,005 mol wel een significante bijdrage aan verslechtering gaat brengen of niet."

'Kleine' aanvulling;
Om aan te tonen dat 0,005 niet significant is, zijn geen uitgebreide onderzoeken nodig. Sterker nog dat kan niet eens want deze 0,005 was/is niet te meten en niet te herleiden naar een specifiek bedrijf (aldus een of ander onderzoek 😀 )

De grote fout zit in de Handleiding Voortoets Stikstof (HVS) welk ALLE provincies volgen op 'advies' van het IPO/BIJ12.

Deze handleiding met daarin 0,005 mol als grenswaarde waarboven een passende beoordeling (vergunning) geëist wordt, klopt van geen kant.
Provincies snappen zelf niet dat ze daarmee in hun eigen voet schieten en o.a. geen raad weten om handhaving bij PAS melders te voorkomen.

Ze stellen namelijk zelf dat méér dan 0,005 mol significant is (via de HVS) en vervolgens vinden ze het gek dat een rechter mee gaat met de MOB die verzoekt tot handhaving.
Provincies (o.a. Overijssel) zouden de adviezen 'hun' IPO/BIJ12 naast zich neer kunnen (moeten) leggen door te stellen dat deze groep geen vergunning nodig is.
Dit kon al op basis van het TNO rapport (1 - 10 mol) en ook o.b.v. de Duitse uitspraak van BvG; bverwg.de/150519U7C27.17.0/

Als uit een VOORTOETS (met Aerius of anders) blijkt dat er (in ieder geval) minder dan 10 mol depositie bijdrage is, dan is er géén passende beoordeling nodig.
De Duitse wetgeving hanteert hierin 21,4 mol en is volgens bijbehorende wetenschap NIET significant te noemen en derhalve géén passende beoordeling nodig.

Dit bovenstaande is de hoofdoorzaak van de crisis welke de provincies dus zelf veroorzaken met hun 'adviseurs' bij het IPO op de achtergrond, adviseurs die dit probleem graag in de benen houden.

Individueel is & was dus geen invloed aan te tonen, of de algemene invloed uit de 'deken' wel klopt valt nog te bezien. Het lijkt er sterk op dat OPS/DEPAC overschat met factor 2-4 en dan is er plotseling geen sprake van overschrijding van KDW.

Daarnaast vindt ik het een onderbelicht stukje (en of het klopt) uit het UvA onderzoek dat het aandeel NH3 in de 'deken' 25% is.
leonievdh971
@rene-de-jong dat het aandeel NH3 in de 'deken' 25% is.
????,
Het is toch 90%??
pieta
Quote Reactie van @leonievdh971:
dat het aandeel NH3 in de 'deken' 25% is.????,Het is toch 90%??

Volgens mij is 90% het aandeel vd uitstoot van ammoniak wat naar hogere luchtlagen gaat en dat zegt vervolgens niets over het aandeel van NH3 in de "deken". Daarvoor moet je de andere hoeveelheden kennen, zoals NOx.
+1
rene-de-jong
@leonievdh971 u bent abuis mevrouw

90% van de emissie verdwijnt in de deken en deze is in aandeel buiten de 300 mtr 25%
jan-cees
@rene-de-jong Kijk even goed naar figuur zes dan zie je dat de 9% in de omgeving blijft en die 91% heel veel verder gaat en van die 91% hebben we geen idee waar die blijft.
De onderverdeling 75% rn 25% gaat over die 9% althans volgens de figuur
jan-cees
@rene-de-jong Die 25% aandeel in de stikstofdeken kan ik niet plaatsen Rene, verder heb je gelijk als de gehele rout Euros Lotos verder uitdiept dat hebben wij beperkt gedaan keuze van volledigheid of deels duiden.
rene-de-jong
Quote Reactie van @jan-cees:
2 Dat de eerste 150 meter vanaf een stal 75% van de stikstofdepositie ammoniakgerelateerd is en na 300 meter 75% Nox gerelateerd dat maakt de positie van deveehouderij ook sterker.

(ook) uit je eigen stukje tekst dus.

Als na 300 mtr het aandeel NOx 75% dan is de NH3 gezakt naar 25% aandeel.
en uit bron dicht bij het onderzoek heb ik vernomen dat dit vervolgens overal zo is.
+1
rene-de-jong
@jan-cees route Euros Lotus uitdiepen is niet nodig, zelfs met Aerius (met wsl te hoge berekende depositie) is individuele significantie uit te sluiten.

Want ook als Euro-Lotus zou worden ingevoerd en de HVS blijft gelijk dan is het probleem idem
+5
spotmelker
Quote Reactie van @jan-cees:
in de stikstofdeken

Ik vraag me nog steeds af wat de definitie van "de stikstofdeken" is? Moeten we hier een vergelijkbaar beeld van hebben als (stedelijke) smog of meer vergelijkbaar met de ozonlaag?
Mijn definitie in deze is niet meer dan een wollig verzinsel vanuit het onbenullenlegioen om een angstbeeld te vormen.. Dit bevestig je met de stelling dat die 91% niet meer te achterhalen is.
nitevd
@spotmelker Zoals ik de conclusies en commentaren van het UvA interpreteer (corrigeer me als ik fout zit) zijn er in feite 2 verschillende stikstofdekens. Eentje in de onderste luchtlaag die voor 75% uit NOx bestaat en 25% NH3, wat overigens logisch is want NOx is zwaarder dan lucht in tegenstelling tot NH3. Een tweede stikstofdeken zou op zich op grote hoogte bevinden en daarin zou NH3 dominant zijn. Over die deken op hoogte zijn twee vernoemenswaardigheden. A) Verspreiding hiervan is erg groot dus als Stikstof hieruit uiteindelijk toch neerdaalt (met regen) dan komt 80% ervan in oceanen terecht en verder is het maar zeer de vraag of NH3 erg lang stabiel blijft in de lucht. (volgens Brits onderzoek is dat ook juist niet het geval). Dit alles leidt er toe de reductie van stikstof depositie in natuurgebieden bij 50% reductie wel eens veel geringer zou kunnen zijn dan men nu voorspiegelt en dat Schiermonnikoog juist exemplarisch is voor de rest van Nederland
leonievdh971
@nitevd ik heb gisteren ook al een extra deken uit de kast gehaald
Klimaat is niet best nu
spotmelker
Quote Reactie van @nitevd:
verder is het maar zeer de vraag of NH3 erg lang stabiel blijft in de lucht.

Dit is één van de belangrijkste. De buitenlucht is géén pakhuis waar je wat (gas) in brengt en het er na verloop van tijd in dezelfde vorm weer uithaalt. Wanneer we alle vee Nederland uitschuiven zal de natuur m.i. niks veranderen. Helaas wordt er veel gemodelleerd, weinig gemeten en nog minder nagedacht....
Huppel
@jan-cees Mogelijk waren jullie al geinformeerd, maar in Bretagne gaat men nu bij een aantal bedrijven ook ammoniak emissie metingen verrichten om de emissies beter in beeld te krijgen. Het onderzoek is onderdeel van het Europese AABA programma. Meer info: lifeabaa2021.eu/ of web-agri.fr/effluents-delevage/article/…
jan-cees
@Huppel mij niet bekend dank voor de info benieuwd wat zij rapporteren
marcsterreborn
Alles gelezende hebben, resteert niets anders dan de conclusie dat er alleen zwakke argumenten te berde gebracht worden die pleiten voor behoud van het depositiebeleid.
NIET DOEN DUS
Beleid gaat over doelen en middelen. Hierbij zijn de middelen altijd ondergeschikt aan de doelen. Dus eerst maar eens formuleren wat we precies willen bereiken met stikstofbeleid. En dan kiezen voor een effectieve, en voor boeren werkbare, richting om dat doel te bereiken....
+1
jan-cees
@marcsterreborn ga argument voor argument dan eens langs met een onderbouwing want een dergelijke algemene opmerking is wel heel zwak zelfs voor uwens
« Terug naar discussielijst

De beste boeren staan aan wal

Hebben de trefwoorden stikstof , natuurgebieden , stikstofdepositie , tweede kamer , dieraantallen , ammoniakrechten , stikstofclaim , depositie , piekbelasters , johan vollenbroek , latente emissieruimte , stikstofemissie , stichting stikstofclaim en emmissie geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de agrarische sector kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!